Als blikken konden doden
De dominee en de dood (3)

 

Uitvaartondernemers zijn ook maar gewone mensen die hun targets moeten halen. Het is en blijft natuurlijk een vreemde business. Mensen bijstaan in hun moeilijkste uren én geld willen verdienen. Soms ben ik er als predikant bij, wanneer het gesprek met de uitvaartondernemer wordt gevoerd. Je komt bijzondere exemplaren tegen. De lieden van de grote, natura verzekeringen. One size fits all. Of eigenlijk fits niemand. Alles volgens het vaste stramien. Op de dag van de uitvaart staat er iemand anders die bij wijze van spreken op zijn papiertje moet kijken wie er in de kist ligt.

 

Onbetaalbaar
Soms kom je ook mensen tegen die verstandige adviezen geven. Een kleindochter die haar grootvader een kist vol rode rozen gunt: ‘zou ik niet doen, dan is het Valentijnsdag en zijn de rozen onbetaalbaar’. Maar natuurlijk ook: ‘u wilt toch een mooie kist voor uw moeder?’ Daar was ik toevallig bij. Wat leuk om dan als predikant te kunnen zeggen: ‘Zou je dat nou wel doen? Je moeder zou zeggen: kosten op het sterfhuis!’

 

‘s Avonds
Soms weet je meer dan de ondernemer wil weten. Zo was er een oude, dementerende dame van 95 overleden. Geen drama, maar iedereen wilde de crematie wel bijwonen. Het was lastig om een goede datum te vinden. Een paar kleinkinderen zouden na een paar dagen op wereldreis. Alles was geboekt.
Nu had ik net gehoord van een gemeentelid dat werkte bij een crematorium dat daar tegenwoordig ook plechtigheden in de avond plaatsvonden. Misschien was dat een idee?

 

Op tijd thuis
De ondernemer keek me aan. Als blikken konden doden, had hij me gestrekt kunnen wegdragen. Hij wilde duidelijk op tijd weer thuis zijn voor de warme prak. Geen nieuwigheden voor hem. Later hoorde ik van het gemeentelid dat de avondcrematies niet liepen…

 

 

 

De dominee en de dood (2)

 

Hoe diep ga je?

 

Hoe diep ga je? Dat is in allerlei opzichten een vraag voor het werk van een predikant. Maar ook voor de dominee en de dood. Als er iemand begraven wordt, hoe diep gaat de kist? Laat de familie de kist gewoon staan op de kettingen of de blokken en vertrekt naar de cake, daalt de kist tot hoogte maaiveld of gaat de kist ‘all the way’, tot wel twee meter diep, als het een nieuw graf is? Toen ik net predikant was, was de mode: laten staan of hooguit ‘hoogte maaiveld’. Ik adviseerde altijd: het beste is om helemaal te laten dalen. Dan maak je af, waar je voor gekomen bent. Dan is het klaar bij het graf en is er een reden om weer weg te gaan. Om, hoe moeilijk ook, de dode achter je te laten. Als je het niet doet, als de kist blijft staan, is het best moeilijk om te vertrekken. Je wilt zo lang mogelijk blijven bij een geliefde. Ik maakte het eens mee, bij de begrafenis van een kind. De kist bleef staan en voor ouders is het dan haast onmogelijk om te vertrekken.

 

niet religieus

Zo’n twintig jaar geleden was ik net voorganger bij de Protestantenbond in Oud-Beijerland. Ik werd gebeld door de voorzitter. Zou ik de begrafenis van een bekende van een bekende van haar willen doen? Ik had nog weinig ervaring, dus ik zei te snel ja. Eenmaal in gesprek met de familie bleek het niet de bedoeling dat ik ook maar iets religieus te berde zou brengen. Een mooie levensbeschrijving volstond. De rest moest maar niet. En de familie was niet verbaal begaafd, dus doet u het maar… 

Ik heb me toen voorgenomen om dat niet meer te doen. Niet dat je het als predikant niet kunt. Als je goed luistert, kun je er een mooi levensverhaal van maken. Het is zelfs dankbaar werk. Maar toch voelt het gek. Als je op het ene moment probeert iets van de Boodschap, hoe voorzichtig ook, te verwoorden, en je op een ander moment je mond moet houden.

 

een mens begraven

Maar in een ander opzicht was het wel een heel leerzame gebeurtenis. De uitvaartleider was de oude Moree. Een begrip in de Hoeksche Waard. Klassiek, degelijk en vol stijl. Ik vroeg hem op weg naar het graf wat de familie wilde. ‘Zakken of laten staan’. Hij zei: ‘we gaan laten dalen.’ Aan het einde van mijn verhaal bij het graf nam hij het woord en zei: ‘De helft van de familie heeft aangegeven het moeilijk te vinden om de kist te zien dalen. Wilt u vast teruglopen naar de aula, dan gaan we daarna oma begraven.’ En zo geschiedde, de helft vertrok. Teruglopend naar de aula zei ik, dat ik het een mooie, strakke aanpak vond. (Geheimpje: de meeste predikanten en uitvaartleiders zijn voor dalen…)

‘Ach dominee’, zei hij, ‘we zijn hier vandaag gekomen om een mens te begraven, niet om een kist te parkeren!’